Oké

‘Ja lieverd, dat is goed’, antwoord ik wanneer hij me vraagt of hij straks bij thuiskomst een oranje snoepje mag. We lopen hand in hand over straat en hebben het naar onze zin zo gezellig onder ons tweeën. Plots kijkt hij verontrust op en roept hij boos: ‘Nee! Dat mag jij niet zeggen!’ Ik laat mijn hersenen op volle toeren draaien, maar nee, ik kan echt niet achterhalen waarom hij ineens zo overstuur is. Geïrriteerd door mijn zichtbaar onbegrip roept hij uit: ‘Jij mag niet “Dat is goed” zeggen! Jij moet “Oké” zeggen!’ Omdat ik de sfeer niet nog verder wil verpesten zeg ik braaf: ‘Oké’. Weer zo’n hevige reactie: ‘Neeheee!! Jij moet “Oké, je mag een snoepje” zeggen!’ Nu ook licht geïrriteerd zeg ik exact wat hij wil horen. Zijn hand ligt de komende minuten niet meer zo ontspannen in de mijne en ook ik moet eventjes bekomen. Ik probeer me er echter niets van aan te trekken en we slagen erin de draad weer op te pikken, tot hij me een volgende vraag stelt waarop ik ‘het’ antwoord blijkbaar weer niet weet.

Zijn drang naar voorspelbaarheid is groot en bij spanningen of grote vermoeidheid wordt deze honger vaak nog aangewakkerd. Reageert hij dus extreem rigide, dan weet ik dat er onderhuids waarschijnlijk iets zit te borrelen, al is het jammer genoeg niet altijd duidelijk wát. Ik weet in ieder geval dat moeilijke periodes altijd worden afgewisseld met periodes waarin er quasi niets aan de hand lijkt. Dat geeft me een houvast en helpt me de moed erin te houden. Al moet ik toegeven dat mijn geduld soms aardig op de proef wordt gesteld.

Populaire posts