Liever dan mezelf
Ja, het is inderdaad alweer een tijdje geleden dat ik hier wat heb gepost. Dat is niet geheel zonder reden. Achter de schermen werk ik namelijk hard aan een tweede boek. Het wordt een boek met maar liefst 22 getuigenissen van broers en zussen ('brussen') van personen met autisme. De jongste brus die ik heb geïnterviewd is 8 jaar oud, de oudste 43. Het werden 22 totaal verschillende verhalen, die ik stuk voor stuk even waardevol vind.
In een eerste luik van het boek beschrijf ik in de stijl van Zoon met een gebruiksaanwijzing enkele anekdotes die betrekking hebben op mijn eigen twee zonen, en dan vooral vanuit het perspectief van de jongste (het 'brusje'). L. is nu 5,5 jaar en J., zijn grote 'bijzondere' broer is 7,5.
Hieronder een recente anekdote die ik graag nu al met jullie wil delen...
Binnenkort volgt er uiteraard meer info over het boek!
We zitten met het gezin aan tafel. De oudste zoon is net terug van een nachtje logeren bij oma en opa. Zoals steeds na zoiets spannends, dient hij met zijden handschoenen te worden aangepakt. Zijn hoofd zit zo vol indrukken dat er niets meer bij kan. “Wie wil er graag wat ketchup?” vraag ik mijn zonen terwijl ik het antwoord al ken. “Ik!” reageren ze beiden even enthousiast. Ik schep een beetje saus op het bord van de jongste en daarna probeer ik ongeveer evenveel ketchup op de oudste zijn bord te leggen, kwestie van de zoveelste “broer heeft meer dan ik”-discussie te voorkomen. Met een verontwaardigde blik kijkt de oudste me aan. “Jij ziet mijn broertje liever dan mij want jij geeft ALTIJD ALLES éérst aan hem en NOOIT iets eerst aan mij”, verwijt hij me scherp. “Ook oma geeft ALTIJD ALLES éérst aan mijn broer. IEDEREEN vindt hem liever dan mij”, overgeneraliseert hij verder. Mijn man en ik beseffen dat we zijn uitspraak met een korrel zout moeten nemen; toch komt ze hard aan. Onze pogingen om ze te ontkrachten lijken niet aan te komen. Zoonlief wordt met de seconde droeviger. Kleine broer volgt het hele tafereel stil en aandachtig, terwijl zijn ogen steeds bezorgder kijken. Plots richt hij zich met zachte stem tot zijn broer: “Jij bent heel lief hoor. Ik denk dat ik jou zelfs liever vind dan mezelf.”
Wanneer ik de jongste even later in bed stop, wil hij graag nog iets aan me verklaren. “Mama, ik vind mezelf eigenlijk wel liever dan mijn broer hoor,” geeft hij eerlijk toe, “maar ik vind het soms zo erg als hij verdrietig is en dan wil ik hem beter maken.” Ik realiseer me nog maar eens wat een droom van een broertje hij is voor zijn bijzondere grote broer.
In een eerste luik van het boek beschrijf ik in de stijl van Zoon met een gebruiksaanwijzing enkele anekdotes die betrekking hebben op mijn eigen twee zonen, en dan vooral vanuit het perspectief van de jongste (het 'brusje'). L. is nu 5,5 jaar en J., zijn grote 'bijzondere' broer is 7,5.
Hieronder een recente anekdote die ik graag nu al met jullie wil delen...
Binnenkort volgt er uiteraard meer info over het boek!
We zitten met het gezin aan tafel. De oudste zoon is net terug van een nachtje logeren bij oma en opa. Zoals steeds na zoiets spannends, dient hij met zijden handschoenen te worden aangepakt. Zijn hoofd zit zo vol indrukken dat er niets meer bij kan. “Wie wil er graag wat ketchup?” vraag ik mijn zonen terwijl ik het antwoord al ken. “Ik!” reageren ze beiden even enthousiast. Ik schep een beetje saus op het bord van de jongste en daarna probeer ik ongeveer evenveel ketchup op de oudste zijn bord te leggen, kwestie van de zoveelste “broer heeft meer dan ik”-discussie te voorkomen. Met een verontwaardigde blik kijkt de oudste me aan. “Jij ziet mijn broertje liever dan mij want jij geeft ALTIJD ALLES éérst aan hem en NOOIT iets eerst aan mij”, verwijt hij me scherp. “Ook oma geeft ALTIJD ALLES éérst aan mijn broer. IEDEREEN vindt hem liever dan mij”, overgeneraliseert hij verder. Mijn man en ik beseffen dat we zijn uitspraak met een korrel zout moeten nemen; toch komt ze hard aan. Onze pogingen om ze te ontkrachten lijken niet aan te komen. Zoonlief wordt met de seconde droeviger. Kleine broer volgt het hele tafereel stil en aandachtig, terwijl zijn ogen steeds bezorgder kijken. Plots richt hij zich met zachte stem tot zijn broer: “Jij bent heel lief hoor. Ik denk dat ik jou zelfs liever vind dan mezelf.”
Wanneer ik de jongste even later in bed stop, wil hij graag nog iets aan me verklaren. “Mama, ik vind mezelf eigenlijk wel liever dan mijn broer hoor,” geeft hij eerlijk toe, “maar ik vind het soms zo erg als hij verdrietig is en dan wil ik hem beter maken.” Ik realiseer me nog maar eens wat een droom van een broertje hij is voor zijn bijzondere grote broer.
Slik.... zo herkenbaar! Hier ook vaak van die situaties, en die komen inderdaad hard aan! ..x
BeantwoordenVerwijderenIk ben 'blij' dat je er herkenning in vindt. Niet gemakkelijk hè...
VerwijderenHey Eva, je schrijft heerlijk over je situaties thuis. Je hebt prachtige kinderen met dito ouders. :-) Het 'eerst willen zijn' in alles, komt ook hier regelmatig terug. Ik weet wat het voor mezelf inhoudt en dat dat over een tijdje wel zal keren (ik heb er bij mezelf nog werk aan). Mooi van jouw fijngevoelige jongste: hij troost zijn broer op een liefdevolle manier, omdat hij hem sterk aanvoelt en blijft tegelijk in zijn eigen kracht. Hartverwarmend!
BeantwoordenVerwijderenBedankt Leen! <3
VerwijderenWat schrijf je dit ... Nou ja, ik heb er geen woorden voor eigenlijk. Ik wilde mooi zeggen.
BeantwoordenVerwijderenDat vind ik nu een... euhm... mooie reactie ;)
VerwijderenPijnlijk herkenbaar..
BeantwoordenVerwijderen